Natuurlijk Lunetten integraal groenplan, deel 2 : streefbeelden

index - inleiding - werkwijze - landschap - ecologie - functie/gebruik - samenhangen - zonering - maatregelen - matrix

6. Naar een samenhangend streefbeeld

6.1 naar een samenhangend streefbeeld

In hoofdstuk 3 is Lunetten omschreven als een stadswijk met een dorps karakter. Dat karakter was mede een gevolg van de aanwezigheid van veel bos, graslanden en waterpartijen. De rijkdom aan groenelementen is grotendeels terug te voeren op de ontstaansgeschiedenis van de wijk (zie van den Bijtel 2003). De elementen die bij de bouw van Lunetten zijn gespaard of aangelegd, vertegenwoordigen deels een belangrijke cultuurhistorische en/of landschappelijke waarde. Het groen van Lunetten is bovendien ook ecologisch (zeer) waardevol. Binnen de wijk komen opvallend veel schaarse dier- en plantensoorten en vegetaties voor.

Maar Lunetten is en blijft een stadswijk en dat betekent dat de groenelementen er tevens zijn voor de bewoners: ter ontspanning en ter verfraaiing van de woonomgeving. Inherent aan het stedelijk milieu is tevens dat met een zekere regelmaat nieuwe claims voor de ontplooiing van allerhande activiteiten op het groen worden gelegd. Een voorbeeld hiervan is de aanleg in 2002 van een skatelandschap in de ecologische verbindingszone langs het Inundatiekanaal. Andere wensen die nu en dan geuit worden zijn de bouw van een klauterkasteel en een theehuis (in het Beatrixpark).

Bij het opstellen van een streefbeeld waarin het behoud en de ontwikkeling van de ecologische en, zij het minder prominent, de landschappelijke en cultuurhistorische waarden centraal staan, dient terdege rekening te worden gehouden met het gebruik van het groen en het dynamische karakter van het stadsmilieu. Het streefbeeld gaat dan ook niet alleen in op de mogelijkheden tot behoud en versterking van de ecologische waarden, maar tevens op de inpassing van bestaande en toekomstige gebruiksvormen.

6.2 ecologische randvoorwaarden en uitgangspunten

Uit de inventarisatiefase is eens temeer gebleken dat Lunetten een waardevolle natuur heeft. Omdat de oppervlakte van het groen in Lunetten in verhouding tot de oppervlakte-eisen van veel soorten beperkt is, zijn de populaties van de meeste soorten relatief klein en daardoor kwetsbaar. Deze kwetsbaarheid wordt nog vergroot doordat, met uitzondering van goed vliegende soorten, de wijk sterk geïsoleerd is van de omgeving. Dat houdt in dat aanvulling van de populaties met individuen van elders voor deze soorten vrijwel niet mogelijk is. Om de huidige waarden van Lunetten te behouden en waar mogelijk te versterken is het gewenst dat: Deze drie ecologische basisvoorwaarden vormen in feite het hoofduitgangspunt voor het op te stellen streefbeeld. Een vierde ecologisch uitgangspunt dat bij het opstellen van het streefbeeld is gehanteerd, is het streven naar een zo groot mogelijke biodiversiteit door het realiseren van een, binnen de gegevenheden van het gebied, zo groot mogelijke variatie aan biotopen, hetgeen bereikt kan worden door het toepassen van verschillende beheersvormen. Dit streven wordt niet alleen vanuit zuiver biologische motieven ingegeven, maar ook vanuit natuureducatieve: het kennismaken met en ervaren van verschillende typen natuur en natuurlijke processen.

6.3 landschappelijke en cultuurhistorische randvoorwaarden en uitgangspunten

Het belangrijkste uitgangspunt met betrekking tot landschap en cultuurhistorie is: Dit betekent dat ontwikkelingen en activiteiten die een aantasting vormen voor deze kwaliteiten worden tegengegaan of geweerd, ook al kan dit soms ten koste gaan van de ecologische wensen. Zo zou bijvoorbeeld in ieder geval een deel (gefaseerd in tijd en ruimte) van de in het water liggende wilgen om cultuurhistorische redenen uit de fortgrachten van de lunetten verwijderd moeten worden.

Zowel behoud als herstel van de landschappelijke en cultuurhistorische waarden vraagt actief ingrijpen. In het geval van behoud moet worden ingegrepen om ongewenste ontwikkelingen en processen tegen te gaan, in het geval van herstel om achterstand in het onderhoud ongedaan te maken.

Een tweede uitgangspunt met betrekking tot landschap en cultuurhistorie is dat deze waarden ook beleefbaar moeten zijn. In geval van bijvoorbeeld de lunetten met zijn fortgrachten en voorliggende open ruimte (schootsveld) houdt dit in dat bezoekers de afzonderlijke onderdelen van de fortificatie ook moeten kunnen zien. Dit betekent dat periodiek delen van de opgaande begroeiing langs de fortgrachten (elzensingels) zullen moeten worden afgezet. Door de maatregel gespreid in ruimte en tijd uit te voeren zullen dieren en planten zich hier sneller van kunnen herstellen en ontstaat bovendien een interessanter landschapsbeeld met mooie doorkijkjes.

6.4 bestuurlijke randvoorwaarden en uitgangspunten

De gemeente Utrecht heeft aan het opstellen van het streefbeeld voor het beheer en de inrichting van de wijk Lunetten twee duidelijke randvoorwaarden verbonden: De tweede voorwaarde betekent impliciet dat er geen financiële middelen beschikbaar zijn voor inrichtingsmaatregelen, aangezien die per definitie geld zullen kosten. In dit plan is desalniettemin toch een aantal inrichtingsmaatregelen opgenomen, omdat deze noodzakelijk worden geacht voor het behoud en de versterking van de huidige waarden van Lunetten. De uitvoering en financiering van deze inrichtingsmaatregelen zal echter moeten plaatsvinden in het kader van andere werken of door andere partijen. Er kan in dit verband ook gedacht worden aan het laten subsidiëren van werkzaamheden, waarbij bijvoorbeeld de Werkgroep Groenbeheer Lunetten of het Bewonersoverleg Lunetten de subsidie aanvraagt.

6.5 het streefbeeld op wijkniveau

Rekening houdende met de gestelde randvoorwaarden is voor de wijk Lunetten een samenhangend streefbeeld opgesteld. Dit streefbeeld bestaat uit twee componenten: Zowel de zonering als de maatregelen zijn gericht op het behoud en waar mogelijk versterken van bestaande waarden, het instandhouden van de samenhang tussen de grotere groencomplexen in de wijk en mogelijk maken van enige uitwisseling van individuen van soorten met de omgeving.

In het rapport over de inventarisatiefase is als opstap naar de streefbeeldfase een accentkaart gepresenteerd (zie bijlage 1). In deze kaart wordt de wijk Lunetten opgesplitst in verschillende deelgebieden. In elk deelgebied ligt het zwaartepunt, het accent van de te treffen maatregelen iets anders. Zo ligt het accent voor het Beatrixpark op het behouden en versterken van bestaande waarden en het accent voor park De Koppel op zowel het behouden van bestaande waarden als het benutten van potenties en het ontwikkelen van nieuwe waarden door het introduceren van nieuwe of andere beheersvormen. De accenten die zijn gelegd in de accentenkaart komen in het streefbeeld vooral tot uiting in de voorgestelde beheers- en inrichtingsmaatregelen. De zonering loopt dwars door nagenoeg alle in de accentenkaart onderscheiden deelgebieden heen, zij het op lager hiërarchisch niveau.

In de volgende hoofdstukken worden de beide componenten nader toegelicht en onderbouwd.