Ringslangen


‘Slangen… brrr, kille gladde glibbers zijn het. En nog giftig ook!
Dus slangen in de stad, moet dat nou echt?’

Nee, op veel sympathie hoeft de slangenliefhebber in het algemeen niet te rekenen als hij met een groep vrijwilligers druk in de weer is om broeihopen aan te leggen voor de ringslang, de grootste slangensoort die in Nederland voorkomt.
Maar ter geruststelling: de ringslang is niet giftig. Wel erg mooi trouwens, zeker als hij gracieus door het water glijdt. Dus ja, waarom zou deze slang niet in de stad thuishoren?
Nederland telt drie slangensoorten. Behalve de ringslang zijn dat de gladde slang en de adder, onze enige gifslang. Maar deze twee soorten komen niet in de omgeving van de stad Utrecht voor.
De ringslang is een opvallende verschijning met haar gele ring en zwarte vlekken direct achter de kop. Hij is sterk aan water gebonden, waar hij voornamelijk op amfibieën jaagt. Aan deze levenswijze dankt hij ook zijn wetenschappelijk naam Natrix natrix. Natrix is afkomstig uit het Latijn en betekent zwemster.


Vrijwilligers

In Lunetten hebben vrijwilligers een broeihoop aangelegd. Deze zijn volgens een beproefd recept opgebouwd uit een paar stevige takken met daaroverheen paardenmest en bladafval. Elk voorjaar steken de vrijwilligers hun handen uit de mouwen om de broeihopen opnieuw op te bouwen. En dan is het natuurlijk altijd weer spannend of er ook eierschalen worden aangetroffen! Wie zich wil aansluiten bij deze enthousiaste groep, kan zich melden via ringslangeninfo@lunetten.nl.


Meer informatie over de ringslang is te vinden op:
RAVON
ringslangen en hun leefgebied in Nederland (www.warf.nl)
Milieuwerkgroep Houten